Help! Mijn ogen blijken niet geschikt voor een ooglaserbehandeling, wat nu?
Het kan voorkomen dat iemands ogen niet geschikt zijn voor een laserbehandeling, omdat het een te hoge sterkte betreft of omdat diegene een te dun hoornvlies heeft. Gelukkig hebben wij dan een mooi alternatief waarbij we een voorzetlens inbrengen in het oog. Dit kan een ICL (Implanteerbare Contactlens) zijn, of een Artilens (vastgemaakt aan de iris). Dat is afhankelijk van de bestaande brilsterkte en de bouw van het oog
Vaak vinden cliënten dit spannend en krijgen wij vragen te horen als; ‘kan ik dan iets zien tijdens de operatie? Doet het geen pijn? Zijn er geen hogere risico’s verbonden aan de operatie? Wanneer kan ik weer goed zien na de operatie?’
De behandeling
De ervaring van de operatie is vaak uitermate positief. Wij verdoven het oog met druppels die ervoor zorgen dat de operatie zo goed als pijnloos verloopt. Deze behandeling duurt gemiddeld 20 minuten. Door het licht van de microscoop kun je niet zien wat er gebeurt, maar wel kan je veranderende lichtschakeringen zien. We zien je de dag van de operatie terug in de middag ter controle. Indien de oogdruk goed is, kun je gewoon naar huis.
Laserbehandeling vs. voorzetlens
Net zoals bij een laserbehandeling kom je de dag na de operatie weer naar de kliniek op controle. De meeste cliënten zijn dan reeds laaiend enthousiast omdat zij al scherp kunnen zien! Dit gaat in de regel zelfs sneller dan na een laserbehandeling. De bijwerkingen zijn hetzelfde als na een laserbehandeling, waarbij we vermelden dat het oog droger kan aanvoelen in de weken na de ingreep en dat er sprake kan zijn van anders zien van lichtbronnen. Het fijne is dat deze ingreep omkeerbaar is, en dat de extra lens altijd weer verwijderd kan worden. Het verschil met een laserbehandeling is wel dat we altijd één oog per keer opereren, meestal zit er dan één week tussen de operaties in. Je kunt die week een contactlens in het niet behandelde oog gebruiken.
Mijn eigen ervaring met voorzetlenzen is dat het vaak als spannend wordt ervaren vooraf, maar dat er achteraf een ongekend enthousiasme is. Zelfs in die mate dat er bijna iedere keer wordt gevraagd op de controle na het eerste oog; ‘Kan het tweede oog niet NU al?'